Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

Vrijeschoolonderwijs algemeen

1. Voor welk type kind is het (Waldorf) vrijeschoolonderwijs geschikt?

Uitgangspunt is dat leerlingen en ouders bewust kiezen voor het vrijeschoolonderwijs en de werkwijze en de visie van het vrijeschoolonderwijs ondersteunen.  Aan de hand van de proeflessen op de open dagen kan hier iets van geproefd worden. Naast kinderen die vanuit zichzelf al creatief zijn, gaat het ook om kinderen die graag cognitief bezig zijn. Zij worden individueel uitgedaagd in de diepte, maar worden daarnaast aangesproken op een bredere ontwikkeling. Sociaal-emotionele ontwikkeling en vaardigheden om met diverse mensen op verschillende wijze samen te werken kan een levenlang van belang zijn. In die zin is het voor alle kinderen bijzonder geschikt onderwijs.

Als basiscriteria kan worden genoemd dat de leerling:
a. zelf kiest voor vrijeschoolonderwijs
b. een open houding heeft tot kunstzinnige leerstofverwerking
c. zelfstandig kan werken
d. zich wil/kan voegen binnen het intensieve groepsproces van een klas

2. Vrije mensen in een complexe wereld. Werkt dat?
De wereld verandert duizelingwekkend snel. Het is bijzonder om te zien hoe een onderwijssysteem van ruim honderd jaar oud daar wonderwel op aansluit. Op vrijescholen kijken we verder dan alleen kennis die in het hoofd kan worden opgeslagen. Denken is veel meer dan geheugentraining en geheugenvulling. Rijk leren denken, waarbij de verbeeldingskracht wordt ingezet en je ‘om een hoekje leert denken’ is cruciaal voor je ontwikkeling. Een mens kan bovendien veel meer dan denken. Kinderen van de toekomst hebben dit ‘meer’ nodig om zich te kunnen redden in deze snel veranderende wereld: zelfvertrouwen, durf, originaliteit, creativiteit en een open blik. Ook dat hoort bij vrijheid. Met kennis, daadkracht, wilskracht en verantwoordelijkheidsgevoel kun je elke uitdaging aan. Vrij de wereld in.
3. De vrijheid om onderwijs naar eigen inzicht vorm te geven, kan dat nog in deze tijd?
De overheid stelt steeds meer voorwaarden en regels aan scholen. Aan de ene kant is dat positief, want het legt een fundament onder de kwaliteit van het landelijk onderwijs. Aan de andere kant ervaren wij dit soms als onnodige en ongewenste regeldruk. Het is de kunst van vrijescholen om binnen de speelruimte die er is, toch breder onderwijs te verzorgen. Onderwijs dat niet alleen draait om een zo hoog mogelijke score. Juist voor de docenten gaat het om verbinding met de lesstof, om het daarna in vrijheid vorm te geven. Goed onderwijs heeft een intrinsieke waarde, en die blijkt als het goed is ook bij toetsing. In vaktermen: er wordt niet gestuurd op goede cijfers, maar er wordt bijgestuurd als de cijfers niet goed zijn, in de richting van goed onderwijs. De bekwaamheid en passie van de docent maken dat je de eye-openers waar het echt om gaat, nooit meer vergeet. Dat maakt vrijeschool onderwijs eigentijds en onvergetelijk. De docent verbindt het met wat er speelt in de wereld, in de klas, in zichzelf.
4. Waar komt de naam 'vrijeschool' vandaan?

Laten we om te beginnen dat woordje ‘vrij’ eens onder de loep te nemen.

Want het is precies dát stukje in de term ‘vrijeschoolonderwijs’ waar veel mensen een verkeerde invulling aan geven. Waar komt het ‘vrij’ vandaan? Het betekent niet dat we leerlingen zomaar lekker vrij laten om te doen en laten wat ze willen. Juist niet. Volgens ons zijn structuur, regelmaat en een vast ritme voorwaarden om goed te kunnen leren. Dus wat betekent dat vrije dan werkelijk? En waar staat het voor anno nu?

De oorsprong van de term vrijeschool danken we de bevlogenheid van de Oostenrijkse filosoof, schrijver en pedagoog Rudolf Steiner. In zijn maatschappelijke vernieuwing, zag hij dat het rechtsleven (politiek/overheid), het samenleven (de economie) en het culturele leven (kunst, wetenschap onderwijs) het best ontwikkeld kunnen worden als deze drie zich niet teveel met elkaar bemoeien. Bij het opzetten van zijn eerste school, wilde hij daarom vanuit de pedagogie, visie op de mens en zijn ontwikkelingsmogelijkheden kunnen bepalen hoe het onderwijs werd ingericht, zonder inspraak van de overheid. Die vrijheid was voor hem essentieel. Daar komt de naam ‘vrijeschool’ vandaan.

5. Is het vrijeschoolonderwijs spiritueel onderwijs?
Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, heeft in 1919 de vrijeschool in het leven geroepen. Zijn inzichten over hart, hoofd en handen vormen de grondslag van het pedagogisch handelen. Dit komt tot uiting in de wijze waarop de vrijeschool naar kinderen kijkt. Een kind is als een reiziger die een nieuw land binnen trekt. Het ontdekt zijn lichaam, zijn binnenwereld en de grote buitenwereld. Dit doet het op zijn eigen, unieke manier. De vrijeschool wil die ontdekkingsreis zó begeleiden dat het kind vooral ook zichzelf leert kennen en waarderen. Dat het mag zijn wie het is: een onvervangbaar individu, een geestelijk wezen dat kan denken, voelen en willen.

Dit spirituele uitgangspunt komt in de les-praktijk bijvoorbeeld tot uiting in de ochtendspreuk: “Ik zie rond in de wereld, waarin de zon haar licht zendt, waarin de sterren fonkelen, waarin de stenen rusten, de planten levend groeien, de dieren voelend leven, waarin de mens bezield de geest een woning geeft.”

6. Is de vrijeschool een school zonder regels? Kunnen de kinderen zelf bepalen wat ze leren?
De vrijeschool is een vorm van vernieuwend klassikaal leren. Het onderwijs is niet vrijblijvend, maar de kinderen krijgen (naast werk- en oefenmateriaal uit lesmethodes) opdrachten die zij op hun eigen manier kunnen uitwerken. Het lesplan en de leerdoelen voor ieder schooljaar staan vast. Het ‘vrije’ van de vrijeschool gaat niet over vrijlaten van de leerlingen, maar over de ontwikkeling tot vrije en zelfstandige mensen. (zie verdere uitleg onder de vraag waar ‘vrij’ van vrijeschool vandaan komt).
7. Hoe is de overstap van regulier onderwijs naar vrijeschoolonderwijs?

Het is heel gebruikelijk dat leerlingen van regulier onderwijs overstappen naar middelbaar vrijeschoolonderwijs. In de eerste twee schooljaren was ongeveer 80% afkomstig van andere schoolvormen dan de vrijeschool. De docenten zijn hieraan gewend en nemen de leerlingen de eerste maanden mee in het nieuwe klasverband dat is ontstaan. De ervaring leert dat het heel goed te doen is.

8. Goed onderwijs kan niet zonder de juiste docenten. Waar komen ze vandaan?
De klasseldocenteneerkrachten die het periodeonderwijs verzorgen zijn niet alleen pedagogisch onderlegd maar worden ook opgeleid binnen het vrijeschoolonderwijs. De docenten voor vaklessen worden intern en extern geschoold door onder andere de Begeleidingsdienst Vrijescholen.

Waldorf afdeling op het Grotius College

1. Gaat de waldorf afdeling door tot aan de eindexamen jaren?

Het is ons streven om tot het eindexamen door te gaan met vrijeschoolonderwijs, zoals de periodelessen. De leerlingen in de hogere klassen waaieren uit qua niveau en interesse door het kiezen van profielen (vakkenpakketten). Voor deze vaklessen wil de oudervereniging samen met het Grotius College en de coördinator van de Waldorf afdeling, kijken hoe we gezamenlijk een zo groot mogelijk aanbod aan examenvakken kunnen aanbieden, om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de wensen en talenten van de leerling.

2. Wat kost de vrijeschoolafdeling?
De vrijeschoolafdeling maakt, in vergelijking met regulier onderwijs, hogere kosten om de kunst- en ambachtsvakken vorm te geven. Vaak wordt er dan gewerkt in kleinere groepen. Ook wordt er meer gebruik gemaakt van (kostbaarder) materiaal en specifiek gereedschap. De extra ouderbijdrage voor de vrijeschoolafdeling is vastgesteld op €450,- Tot nu is het mogelijk gebleken om de kampen van de eerste drie leerjaren hier ook uit te bekostigen (2017/2018).
3. Is er extra verrijking voor VWO leerlingen?
Leerlingen die voldoen aan de eisen die het Grotius College stelt aan het volgen van het gymnasium programma, kunnen dat ook op de vsa die dat willen kunnen de gymnasiumstroom volgen. Dat betekent dat de leerling in het eerste jaar Latijn als extra vak volgt en vanaf het tweede jaar kan daarbij Grieks kan worden gekozen. In de bovenbouw komt daar dan nog het vak Klassieke Culturele Vorming (KCV) bij. Op deze manier kun je als leerling van de vrijeschoolafdeling een gymnasiumdiploma halen, dat is uniek in Nederland!

In het algemeen kan worden gesteld dat er in de periodelessen en vaklessen gedifferentieerd les wordt gegeven. Vwo leerlingen blinken vaak uit in de cognitieve vaardigheden en zo reageren ze ook als ze daarin open worden uitgedaagd. Daarnaast profiteren ze van het brede aanbod van het vrijeschoolonderwijs, waardoor creativiteit en verbeeldingskracht, moraliteit en verantwoordelijkheid, sociale flexibiliteit en vermogen tot verbinden worden ontwikkeld.

Naast extra cognitief aanbod is er ook extra aanbod op het Grotius College, in de vorm van Grotius X-tra.

4. Wat gebeurt er als meer leerlingen zich aanmelden dan er plek is?

Een klas start indien 25 leerlingen zich hebben aangemeld. Bij 30 leerlingen komt er een wachtlijst. Bij 50 leerlingen wordt een tweede klas gestart. Indien er 60 leerlingen aanmelden is er weer sprake van een wachtlijst, etc. Bij 75 leerlingen starten we een derde klas, etc. Leerlingen die komen van een vrijeschool basisschool hebben voorrang, mits tijdig ingeschreven.

We hopen natuurlijk dat we geen leerlingen moeten teleurstellen. Leerlingen die op de wachtlijst voor de Waldorf afdeling staan, kunnen wel elders op het Grotius College terecht (regulier of TTO conform de procedures die hiervoor gelden).

5. Hoe borgen jullie het karakter van de vrijeschoolafdeling binnen het Grotius College?
Er zijn diverse docenten werkzaam met een vrijeschoolachtergrond en er is bovendien een docent aangesteld die zeer goed bekend is met de vrijschoolpedagogiek en de docenten coacht en onderwijst. De afdelingscoördinator, heeft al 14 jaar ervaring in het geven van vrijeschoolonderwijs. De afdelingscoördinator is tevens lid van de oudervereniging in Delft en die oudervereniging is weer lid van de landelijke vereniging van vrijescholen.
6. Is de vrijeschoolafdeling een eilandje binnen het Grotius College?
Binnen het Grotius College is al ervaring met een eigen onderwijsstroom; het tweetalig onderwijs (TTO). Ook op deze afdeling zijn er aparte docenten (bv. native speakers) en afwijkende activiteiten. Tegelijk mengen ze prima met de andere leerlingen. Bovendien zijn er diverse uitwisselingen met de andere afdelingen binnen het Grotius College, zoals bijvoorbeeld het Grotius X-tra en algemene feesten. Daarnaast hebben de leerlingen van de vrijeschoolafdeling tegelijkertijd pauze met de andere leerlingen van het Grotius College.
7. Wat gebruiken jullie voor lesmethoden?
In de eerste twee klassen wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt van reguliere lesmethodes. Het is belangrijk dat de docent samen met de leerlingen zijn of haar lessen zo vormgeeft, dat vanuit vrijheid en kunstzinnig onderwijs de lesstof ‘levend’ wordt. Dit geldt met name voor het periode-onderwijs. Een vaste methode waarin lesstof grotendeels voorgeprogrammeerd is kan dat creatieve proces belemmeren. Uiteraard wordt er waar dat vruchtbaar is, zoals in vaklessen, wel gebruik gemaakt van oefenboeken en grammaticaboeken.

Vanaf de derde klas wordt er meer gebruik gemaakt van bestaande lesmethodes, waardoor leerlingen op niveau hun oefeningen kunnen doen.

8. Duren de lesdagen langer dan op een reguliere school als gevolg van zoveel extra vrijeschoolvakken?
Nee, omdat het periode onderwijs ook een verdieping biedt voor de gewone vaklessen, zijn de uren voor vrijeschoolonderwijs en reguliere stroom vrijwel gelijk aan elkaar.
9. Hoeveel tijd is mijn kind kwijt aan huiswerk in de middenbouw (eerste twee brugklassen)?
Gemiddeld een uur of anderhalf per dag, maar dit is erg verschillend per leerling.
10. Is er een mogelijkheid voor huiswerkbegeleiding?
Er zijn wekelijks twee mentoruren. Daar wordt gewerkt aan individuele begeleiding en er kan extra uitleg gegeven worden. Het leren om dagelijks gedisciplineerd huiswerk te maken is vooral in het eerste jaar een speerpunt. Met het bijhouden van het periodeschrift, wordt dit spelenderwijs geoefend.
11. Hoe zijn de examenresultaten?
Van een nieuwe afdeling zijn de examenresultaten uiteraard niet te noemen, maar vrijescholen scoren in het algemeen goed tot zeer goed. Om de statistieken van andere vrijescholen te bekijken, kunt u https://www.scholenopdekaart.nl/ raadplegen.